Het wrak werd al in 2003 gevonden en had al veel geheimen prijs gegeven, maar nog niet haar naam. Die is nu ook bekend en daarmee ook het feit dat het om een schip gaat dat in 1678 verging, tijdens de Noordse Oorlogen. Het werd gebouwd in de stad die tegenwoordig Karlshamn (Karelshaven) heet, maar destijds nog Bodekull. De opdrachtgever was koning Karel X Gustaaf van Zweden, die het met enkele zusterschepen wilde gebruiken voor het vervoer van troepen en wapens in de strijd tegen Denemarken.
De Bodekull is een van de best bewaarde scheepswrakken uit de 17e eeuw. Bron: Anders Autellus/SMM/Blekinge Läns Tidning
Door de onverwachte dood van de koning in 1660 werd de beoogde veldtocht tegen de Denen afgeblazen en daarmee waren ook de schepen niet meer nodig. Ze werden met een andere bestemming afgebouwd. De Bodekull was dus een 'raar' schip: te klein voor een oorlogsschip maar wel met de uiterlijke kenmerken daarvan en in niets lijkend op de gebruikelijke vrachtschepen uit haar tijd.
Bron: Andreas Olsson/Swedish National Maritime Museum
Toen in 1675 de oorlog tegen de Denen hervat werd, deed de Bodekull dienst als bevoorradingsschip, maar liep in 1678 op een rots. Ze zonk, maar er werd altijd uitgegaan van de verkeerde plek. Wat historici uiteindelijk op het goede spoor zette was een uitgebreide correspondentie tussen de Admiraliteit en bakkers in Stockholm, die 20 vaten met in zeewater gedrenkt meel kregen aangeleverd. Hoe ze daar brood van moesten bakken, wilden de laatsten weten. Het antwoord op die vraag is er waarschijnlijk nooit gekomen.